Olympia

 Olympia ligt onderaan de Kronosheuvel en is begrensd door de rivieren Alfeios en Kladeios. Het was een heiligdom en ook het oudste én belangrijkste uit de oudheid. In de zevende eeuw v. Chr. vond men hier nog graven van Pelops en Hippodameia. Ook stond er nog een zuil die was overgebleven van het paleis van Oinomaos. Het paleis van Oinomaos was, volgens de mythologie, vernield door een bliksemschicht van Zeus. Er rezen steeds meer oude en belangrijke gebouwen uit de grond en daarom werd Olympia steeds belangrijker. Binnen de muren van Olympia was de Heratempel de mooiste tempel, en de tempel van Zeus was de belangrijkste. Buiten de muren lagen de verblijven van de priesters en van de gasten. Ook lagen hier de baden en de worstelschool. Het oudste stadion kan hebben gelegen aan het westelijke uiteinde, maar hier is geen enkel spoor van teruggevonden. Het tweede stadion werd in de eerste helft van de vijfde eeuw v. Chr. aangelegd, maar ook deze verdween en dit keer met het besluit de Zeustempel op te richten. Ook stond er nog het 12 meter hoge Beeld van Zeus in Olympia, dit was een van de zeven wereldwonderen. 

 

Het jongste stadion is 212,54 meter lang en 28,5 meter breed. Het stadion had de vorm van de letter U en er konden wel 45.000 toeschouwers plaatsnemen. Zij zaten wel voor het grootste deel op de grond. De zitplaatsen die er waren, waren er voor enkele vooraanstaanden, zoals: de hellanodikai, oftewel scheidsrechters, en de priesters van Demeter. Rondom het stadion waren er ook nog fonteinen voor de bezoekers. 

Overblijfselen van het stadion van Olympia rond 350 v. Chr.